Schakeltijd bij autisme

Gepubliceerd op 3 juni 2021 om 18:03
Schakeltijd bij autisme

“Nee!”. Later toch “Ja”. Of “Zeur niet zo”. Een blog over het (onbewust) inbouwen van schakeltijd bij autisme.

M’n man zei voorheen standaard eerst 2 keer “Nee”, om de 3e keer “Ja” te zeggen als ik iets voorstelde of vroeg. Of om er later zelf mee voor de dag te komen, met datzelfde idee. Ik wist het vantevoren al, het was zo voorspelbaar. Voor we van zijn autisme wisten, lachte ik er eerlijk gezegd weleens om.

Sinds hij de diagnose heeft (2006), weten we waardoor dit komt. Met “Nee” verschaft hij onbewust tijd voor zichzelf. Met “Ja” wordt actie verwacht, en dat lukt meestal niet meteen, dus dan eerst maar “Nee” zeggen. Onbewust extra tijd kopen, noem ik het ook wel.

Ik leerde daar beter mee omgaan en breng dingen nu anders als ik iets wil vragen of voorstellen. Nu zeg ik er bijvoorbeeld direct bij dat hij niet meteen hoeft te antwoorden. Ik leerde begrijpen dat hij die schakeltijd nodig heeft. Als hij er niet op terugkomt, is dat doordat het simpelweg niet opgeslagen is. Zijn hoofd zat op het moment dat ik het zei te vol. Hij hoorde me wel, maar sloeg het niet op. Ik kaart het dan later zelf opnieuw aan. Dat heeft wel wat oefening van me gevergd, want ik vulde dat eerder in als ‘hij wil zeker niet, want anders had hij wel wat gezegd’. Ik was snel geneigd me teleurgesteld of boos te voelen. Me niet gehoord of zelfs genegeerd.

M’n man heeft ook geleerd hier beter mee om te gaan. Hij geeft zelf vaker aan dat iets even moet landen. Daarnaast merk ik dat hij steeds meer op een voor mij vriendelijker manier reageert in plaats van om meteen in de negatieve modus te schieten met een kortweg en bot “Nee!”. Dat scheelt zo enorm veel voor de sfeer en het stresslevel voor ons beiden.

De diagnose gaf ons veel handvatten, onder andere op dit vlak. Inzicht in zijn autisme en minder invullen in wat hij dan misschien wel of niet bedoeld zou hebben, heeft zoveel goeds gebracht. Samen begrijpen waardoor dingen veroorzaakt worden, voorkomt dat ieder uitgesproken woord, maar dus ook ieder ónuitgesproken woord, uitgroeit tot een akkefietje en stress. Je kunt samen zoeken naar mogelijkheden die voor beiden beter passen als je de oorzaak kent.

Iets wat hier volgens mij ook bij hoort en wat me voorheen dus echt furieus maakte, was als hij geïrriteerd reageerde met “Zeur niet zo”. Op de meest normale dingen kreeg ik te horen dat ik zeurde. Echt woest heeft me dat in het verleden gemaakt. Wat hij toen eigenlijk bedoelde “Je overvalt me, dit moet even bezinken, ik kom er zo op terug”, maar ja, dát zei hij dus niet.

Nu hij inmiddels al wat jaartjes niet meer werkt, heeft hij meestal wel ruimte om meteen “Ja” te zeggen en zegt hij niet meer dat ik zeur. Ik merk echt dat zijn hoofd nu minder vol zit, waardoor hij letterlijk ruimte heeft om vrijwel direct te schakelen en te kunnen reageren. Maar! Onlangs kwamen we erachter dat 1 keer onverwacht schakelen lukt, maar als dan binnen korte tijd nog eens geschakeld moet worden, dat dat dan niet nog een keer zo soepel kan. Hoe logisch het eigenlijk ook is, we waren ons daar nog niet zo van bewust. Tot m’n man zelf tot de conclusie kwam dat die tweede schakeling te snel op de eerste kwam en het daardoor overprikkeling tot gevolg had. Sneller schakelen lijkt uiterlijk dus wel te lukken, maar ongemerkt geeft het blijkbaar toch meer prikkels dan we vermoedden.

Hoe goed het bij ons ook gaat, zo leren we nog steeds beiden bij.

-Jolanda Hoenjet-de Jong-